CREATION IS DESTRUCTION
JOHN FRANZEN
John Franzen werd als enig kind geboren op 1 februari 1981 in Duitsland. De eerste zes jaar van zijn leven werden gekenmerkt door maar liefst tien verhuizingen, waardoor hij geen sociale contacten kon opbouwen met leeftijdsgenoten. Op zesjarige leeftijd verhuisde hij met zijn moeder naar België, waar hij opgroeide in drie alternatieve hippiecommunes onder armoedige omstandigheden. Zijn ouders verwaarloosden hem. Beide ouders werkten als verpleegkundigen en lieten hem vaak alleen thuis, vooral tijdens nachtdiensten.
Deze ervaringen dreven Franzen ertoe om toevlucht te zoeken in zijn eigen innerlijke wereld, waar duisternis zijn thuis werd, zijn adem zijn troost, de aarde zijn moeder en het niets zijn vader. Tekenen was voor hem een speelse manier om tijd door te brengen, aangezien hij nooit had ervaren hoe het was om met andere kinderen te “spelen”. In zijn vroege jeugd werd kunst, of enige vorm van culturele educatie, door zijn familie niet aangemoedigd. Er waren nauwelijks boeken in huis en er werd geen kunst tentoongesteld.
Dit is belangrijk om te weten, omdat het laat zien hoe diep Franzen’s behoefte gaat om het leven in zijn meest existentiële elementen te begrijpen.
Zijn boodschap zou kunnen zijn: Toon je wonden & Omarm je duisternis.
Franzen’s terugtrekking in zijn innerlijke creatieve wereld, gecombineerd met zijn aangeboren talent voor tekenen, maakte hem tot een kunstenaar—maar een kunstenaar die een afkeer had van kunst. Hij had nooit een band met kunst, bezocht nooit een museum en had geen rolmodellen. Dit contrast met zijn latere beroep is een belangrijk aspect in het begrijpen van zijn werk, en vooral zijn stijlbreuk in 2007, toen hij radicaal stopte met figuratief werk en zich toelegde op minimalistisch abstracte kunst. Hier liggen ook de wortels van enkele van de belangrijkste thema’s in zijn werk: duisternis, singulariteit, het niets en destructie.
In datzelfde jaar, 2007, overleed zijn vader. Hoewel hij een afstandelijke relatie met hem had, raakte zijn vaders dood hem diep. Persoonlijk werd hij spiritueler, hij vond een sterkere verbinding met de natuur en begon met meditatie. Zijn kunst werd aniconistisch, en hij zocht naar nieuwe niveaus van abstractie en introspectie. Zijn artistieke proces werd zowel een performatieve handeling als een persoonlijke spirituele reis.
Op vijftienjarige leeftijd begon Franzen aan een driejarige intensieve Duitse en Franse opleiding aan het Robert Schumann Technisch Instituut in Oost-België, waarin hij twintig uur per week kunstonderwijs volgde. Hierna volgde een tussenperiode van twee jaar, waarin hij werkte in en met de natuur—als houthakker en als creatieve natuurpedagoog voor kinderen. Deze ervaringen gaven hem een nieuw perspectief op werken met materialen buiten het tweedimensionale vlak en lieten hem inzien hoeveel hij hield van kunst waarbij fysieke arbeid een grote rol speelt.
In 2003 vervolgde hij zijn kunstopleiding aan de Kunstacademie in Maastricht, waar hij gestructureerde kennis en vaardigheden opdeed die hem een sterke werkethiek bijbrachten. In 2008 behaalde hij zijn Bachelor of Fine Arts.
Na zijn afstuderen bleef Franzen in Maastricht, waar hij nu werkt als zelfstandig kunstenaar. In de afgelopen jaren heeft hij een serieuze productiediscipline ontwikkeld, die nauw verbonden is met zowel de spiritualiteit in zijn leven als de sterke mate van abstractie in zijn kunst. Hij werkt in twee verschillende ateliers: één is klein en licht, waar hij tekent en zijn meest delicate en meditatieve werken creëert. Het andere is een grote, post-industriële ruimte, waar hij zijn grootste en ruwste werken ontwikkelt. Beide plekken weerspiegelen de universaliteit van zijn karakter als mens en kunstenaar, en zijn dualistische aard als maker. Het belangrijkste is dat deze twee plekken laten zien hoe zijn werk diep geworteld is in een georganiseerde privé-ervaring, voortkomend uit diepe zelfreflectie, bewuste afzondering en isolatie, en zijn totale toewijding aan en kennis van kunst.